Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Hij tot mij: [6]Dit is de vloek, die uitgaan zal [7]over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, zal [8]van hier, volgens denzelven [vloek], [9]uitgeroeid worden; desgelijks een iegelijk, die [10][valselijk] zweert, zal van hier, volgens denzelven [vloek], uitgeroeid worden. 6. Dat is, in deze rol staat de vloek geschreven, die het ganse land treffen zal. 7. Te weten, over het ganse Joodse land. Of, over de ganse aarde. Verstaande dit van de algemene oordelen Gods. 8. Anders: een iegelijk, die steelt, zal uitgeroei worden, gelijk aan de ene zijde van de [rol geschreven is]; en een iegenlijk, die valselijk zweert, zal uitgeroeid worden. gelijk aan de andere zijde van de [rol geschreven is]. Onder deze twee soorten van grove misdaden moet men de andere mede verstaan. 9. Anders: alle dieven zijn hieruit [te weten uit dit land] uitgeroeid, naar luid van deze [rol]. Of, houdt zich voor onschuldig, namelijk zijn boze daden verbloemende, zijnde alzo onbeschaamd in het verdedigen derzelve, alsof het den waren God nooit gekend had, zondigende zo tegen de tweede als tegen de eerste tafel der wet, hetwelk te kennen wordt gegeven met de twee zonden, die hier tot een voorbeeld genoemd worden. 10. Het woord valschelij is hier bijgevoegd, zie vs.4, dewijl het de zin hier vereist.